“Wij zijn de luis
in de pels,
wat niet altijd
in dank wordt afgenomen”
"De coronacrisis heeft een momentum gecreëerd"
Margot Cloet: een naam die de laatste tijd veel in de media opdook. Na een opleiding als pedagoge startte ze haar loopbaan in de bijzondere jeugdzorg, om daarna via een 'tussenstop' in de politieke wereld gedelegeerd bestuurder van de zorgkoepel Zorgnet-Icuro te worden. Door haar rechtlijnige tussenkomsten in de media met betrekking tot de coronacrisis wordt ze door velen de luidste vrouwelijke stem binnen de Vlaamse gezondheidssector genoemd.
- Margot Cloet is gedelegeerd bestuurder van de koepelorganisatie Zorgnet-Icuro.
- Ze is getrouwd en heeft 3 kinderen, waaronder een pleegdochter van 28.
- Margot woont in Stroombeek-Bever, houdt van verre reizen, het bourgondische leven en wandelen.
Of ze de organisatie Broeders van Liefde kent, behalve als lid van de koepel Zorgnet-Icuro? Al snel wordt duidelijk dat Margot de organisatie Broeders van Liefde op meerdere manieren kent. Als kind groeide ze op in Grimbergen, op een boogscheut van PC Sint-Alexius. Ze fietste vaak voorbij het psychiatrisch ziekenhuis en volgde er zelfs af en toe een dansles. Maar ook op latere leeftijd, toen ze nog aan de slag was als kabinetschef en werkte rond de zesde staatshervorming, had ze contact met medewerkers van Broeders van Liefde die actief waren binnen de geestelijke gezondheidszorg. Ook vzw Den Diepen Boomgaard, een sociale werkplaats van Broeders van Liefde, is voor Margot geen onbekende: vroeger was ze er lid van het bestuursorgaan. Ze weet dus wel het een en ander over onze organisatie, maar hoe zou ze Broeders van Liefde zelf omschrijven? “Broeders van Liefde werkt vanuit een grote inspiratie en met een hart voor kwetsbare mensen. Dat is me altijd opgevallen”, vertelt Margot. “Jullie vertrekken natuurlijk vanuit goed doordachte modellen, maar de focus ligt altijd op het mensgerichte en op het samen bouwen aan de gemeenschap.”
De coronacrisis heeft aangetoond dat de aansturing van de gezondheidszorg op verschillende politieke niveaus een efficiënte zorgorganisatie in de weg staat…
Margot: “Corona is een ongeziene situatie, maar de crisis heeft inderdaad enkele pijnpunten blootgelegd, voornamelijk de grote versnippering binnen de gezondheidszorg. Omdat iedereen zijn zegje moet doen, ontbreekt de eenheid van commando. Dat heeft ertoe geleid dat een aantal sectoren in tijden van volle crisis door de mazen van het net zijn geglipt. Psychiatrische verzorgingstehuizen bijvoorbeeld: onder welke bevoegdheid vallen zij? We hebben tijdens de crisis veel tijd verloren met het zoeken naar wie wat moest aansturen en waar we met onze vragen terecht konden. Dat heeft voor vertraging gezorgd in bijvoorbeeld de levering van beschermingsmaterialen. Deze versnippering blijft tot op vandaag voor problemen zorgen. We hebben duidelijk nood aan meer homogene bevoegdheidspakketten, met als uitgangspunt een beter zorgmodel dat zich toespitst op zorg op maat. Maar de regionalisering van de gezondheidszorg zal politieke moed vragen. Ik hoop dat de overheid echt zal doorbijten en ons ook zal betrekken in het proces.”
Momenteel beseffen we als samenleving dat investeren in gezondheidszorg belangrijk is. Tegelijk staan we voor een enorme economische crisis als gevolg van de coronafactuur. Denk je niet dat de overheid langs andere achterpoortjes besparingen de sector zal binnenloodsen?
Margot: “De coronacrisis heeft een momentum gecreëerd. Het draagvlak om te investeren in de gezondheidssector is nog nooit zo groot geweest onder de bevolking. Niemand twijfelt nog aan het belang van goede gezondheidszorg én zorgpersoneel. Ik hoop dat de overheid niet zal besparen, maar net zal investeren, ook in de nodige hervormingen, want die kosten natuurlijk ook geld. Dit is het moment om veranderingen door te duwen. Daarnaast zullen we enkele taboes moeten doorbreken, ook bij de burgers, zoals het hervormen van de zorgpremies in Vlaanderen. Wij hebben in België een sterke sociale zekerheid, de Vlaamse sociale bescherming mag voor mijn part eveneens uitgebouwd worden tot een volwaardig verzekeringssysteem. Dat vraagt natuurlijk wel een bepaalde solidariteit: de sterkste schouders zouden het meeste moeten dragen, dat lijkt me eerlijk. Veel mensen beseffen niet dat de zorg meer kost dan het bedrag dat je aan remgeld betaalt. Er schuilen zoveel meer kosten achter, en die kosten kunnen we enkel en alleen dekken net omdat we solidair bijdragen aan het systeem. Er staan ons sowieso een aantal uitdagingen te wachten. In de ouderenzorg hebben we nu vooral nood aan meer handen om kwaliteitsvolle zorg te geven aan onze meest kwetsbare ouderen. Over een aantal jaren, wanneer de babyboomers nood zullen hebben aan zorg, zullen we ook het aanbod moeten uitbreiden. Ook in de geestelijke gezondheidszorg zijn er nog veel onbeantwoorde noden. Men is van plan te investeren in ambulante zorg, wat ik alleen maar kan toejuichen, maar ook de meer langdurige complexe zorg vraagt de nodige investeringen. We richten ons als samenleving te vaak op de output, het opnieuw gezond maken van mensen. Er zijn echter ook cliënten die levenslange zorg nodig hebben, we mogen hen niet in de kou laten staan. Die residentiële zorg verdient evenveel aandacht. Voor mij is het is een en-en verhaal. Zorg voor iedereen.”
Hoe zal het nieuwe normaal er voor een verpleegkundige of zorgkundige uitzien in de gezondheidszorg? Zijn er blijvende veranderingen voor zorgverleners als gevolg van de crisis?
Margot: “We moeten naar een ander beroepenlandschap gaan, enkel en alleen al omdat er te weinig aanbod is van zorgprofielen op de arbeidsmarkt. We kunnen natuurlijk dromen dat heel veel jongeren er nu voor gaan kiezen om 4 jaar lang verpleegkunde te studeren, maar ik denk dat we het beroep daarvoor aantrekkelijker moeten maken. Laat zij-instromers hun anciënniteit meenemen. Sommigen willen wel instromen vanuit een andere sector, maar zien het niet zitten om financieel een stap achteruit te zetten. Daarnaast denk ik aan een vak ‘zorg’ in het secundair onderwijs, om jongeren warm te maken voor het beroep. We moeten ook buiten de lijntjes durven denken, maar dat ligt natuurlijk een stuk gevoeliger. Neem de vele extra verlofdagen die het personeel in zorg en welzijn nu geniet op het einde van hun loopbaan. Dat ligt tamelijk strikt vast en biedt weinig flexibiliteit. Zorgnet-Icuro pleit voor een hervorming van dat systeem, met behoud van het aantal dagen, maar via een soort spaarsysteem. Zo zouden jongere werknemers – op momenten dat ze dat bijvoorbeeld gezinsmatig nodig hebben - hiervan ook al vroeger in hun carrière gebruik kunnen maken. Dan zouden er misschien ook meer jongvolwassenen kiezen voor een job in de gezondheidssector.”
"Omdat iedereen zijn zegje moet doen, ontbreekt de eenheid van commando."
Dialoog
Je bent gedelegeerd bestuurder van de koepel Zorgnet-Icuro. Net zoals andere koepelorganisaties in zorg en welzijn groepeert Zorgnet-Icuro verschillende sectoren, groepen en voorzieningen, met allemaal een eigen identiteit. Het is vast niet gemakkelijk om altijd voldoende draagvlak te hebben bij het innemen van standpunten…
Margot: “Het is natuurlijk eigen aan een koepel, al die verschillende betrokken partijen met hun eigen visie. Ik geef toe: in het begin vond ik dat moeilijk. Ik voelde niet goed hoe alle sectoren en leden zich tegenover elkaar verhielden. Maar ondertussen heb ik geleerd dat je gewoon in dialoog moet gaan. Ik probeer altijd te handelen vanuit een inhoudelijke onderbouwde visie, en daarvoor moet je luisteren naar de belangen van alle betrokken partijen. Gezondheids- en welzijnszorg bouw je samen met de sector, niet ergens in een ivoren toren. Het gebeurt natuurlijk wel dat ik soms eens moet uitleggen waarom ik bepaalde voorstellen doe of waarom we als koepel bepaalde standpunten innemen, maar zolang je kiest voor het overlegmodel, groeit het draagvlak. Ik zie onze diverse samenstelling trouwens als iets heel waardevol: we kunnen inzetten op het intersectorale en linken leggen tussen de verschillende sectoren.”
Is dat overlegmodel niet moeilijk toe te passen bij ethisch gevoelige thema’s? Lopen we dan geen risico om te evolueren naar kleurloze ethische visies?
Margot: “Helemaal niet, net het omgekeerde. In 2016 zijn Zorgnet en Icuro gefusioneerd, en ik geloof dat die fusie - en de verschillende levensbeschouwingen die daardoor samen onder één koepel gekomen zijn - gezorgd heeft voor een inhoudelijke verrijking. We leven in een maatschappij met veel diversiteit: verschillen in geloofsovertuiging, nationaliteit, leeftijd, geaardheid… Hetzelfde vind je ook onder de medewerkers en cliënten van voorzieningen. Het is een troef dat wij die diversiteit ook binnen de koepel weerspiegelen. Bij Zorgnet-Icuro werken we vanuit een authentiek pluralisme, elke levensbeschouwing moet zijn rol kunnen spelen. Natuurlijk verschillen we onderling soms van mening, maar als je vertrekt vanuit respect voor elkaars overtuiging en in gesprek blijft, kom je tot boeiende discussies. Je leert elkaar ook beter begrijpen. Uiteindelijk worden we gedreven door dezelfde waarden, of die nu zijn ingegeven door religie of door de wijze waarop we in het leven staan. We willen allemaal hetzelfde: goede zorg en een kwalitatief medewerkersbeleid. Niemand wil zijn medewerkers uitknijpen als een citroen en daar euro’s op besparen. En iedereen wil de best mogelijke zorg voor bewoners en cliënten. Dat is wat ons allen verbindt en is meteen ook de basis van onze goesting om samen te werken.”
Denk je niet dat in de toekomst vanuit bepaalde politieke hoek de invloed van het middenveld en van koepelorganisaties meer aan banden zal gelegd worden?
Margot: “Tijdens de coronacrisis zijn we veel bevraagd geweest, enerzijds als vertegenwoordigers van de gemeenschap, maar ook als expert. Ik denk dat we ons op een kritisch, maar constructieve manier moeten laten horen, hoe kan het ook anders in een democratie? Maar we zijn natuurlijk de luis in de pels. Wij leggen de zwakke plekken van het systeem bloot, dat wordt niet altijd in dank afgenomen. Maar wij als koepel, of het middenveld in het algemeen, moeten niet vrezen voor ons bestaansrecht. Wel is het zo dat de klassieke rol van het middenveld verandert. Vroeger was het middenveld gekoppeld aan zuilen en politieke partijen, maar door secularisering en de superdiverse samenleving is daarvan eigenlijk nog maar weinig sprake. De kracht van het middenveld uit zich vandaag de dag meer in burgerinitiatieven en participatie vanuit lokale besturen. We denken niet meer in de hokjes van de zuilen, maar gaan net kijken naar wat ons verbindt en waar we gemeenschappelijke grond vinden. Hoe kunnen we samen aan een goede gemeenschap bouwen? Dat is de vraag die we ons moeten blijven stellen.”
"Een derde golf kan de zorg – en de samenleving- echt niet meer aan."
Psychisch welzijn
Je bent zelf pedagoog van opleiding. We zien momenteel een positieve evolutie in de aandacht voor mentaal welzijn bij jongeren. Kan het onderwijs een rol opnemen in het leren omgaan van onze jongeren met psychische stoornissen?
Margot: “Vast en zeker. We moeten er zo vroeg mogelijk op inzetten: onze hersenen ontwikkelen zich namelijk het meest in onze eerste levensjaren en die ontwikkeling is bepalend voor onze verdere toekomst. Dat betekent dat het eigenlijk al begint bij kwaliteitsvolle kinderopvang. De laatste jaren is daar reeds in geïnvesteerd, maar vooral met het oog op het creëren van tewerkstelling. We zouden echter ook moeten inzetten op een goede omkadering: meer opleiding en ondersteuning voor kinderverzorgers, maar ook voor de ouders. Ik zeg niet dat we het van hen moeten overnemen, maar we zouden de ouders wel wat meer kunnen begeleiden. Ouder zijn is niet altijd een gemakkelijk opdracht, zeker niet als je zelf uit een kwetsbare omgeving komt. Het is soms moeilijk om de keten te breken. Als we meer aandacht besteden aan open gesprekken en hoe je thuis kan praten over problemen, kunnen we op die manier het positief welvinden van baby’s en peuters verhogen. De klas biedt dan weer kansen om thema’s bespreekbaar te maken en taboes te doorbreken. We zouden leerkrachten daar meer voor moeten opleiden en sensibiliseren. Ik ben voorstander van het inrichten van een vak: ‘eerste hulp bij psychische problemen’. Natuurlijk moeten leerkrachten geen hulpverleners worden, maar als ze de signalen sneller kunnen spotten, kan er ook sneller ingegrepen worden. Investeren in het mentale welzijn van jonge kinderen is echt heel belangrijk. Ik zeg dat niet alleen als pedagoog, maar ook als beleidsmaker en als mama.”
Ondanks de grotere aandacht voor geestelijke gezondheid blijft het stigma op psychische kwetsbaarheid sterk aanwezig. Dat weegt op onze patiënten en bewoners, maar ook onze medewerkers ervaren vaak onbegrip in de media over hun werk, en moeten vechten tegen het beeld van psychiatrische instellingen waar mensen worden weggestoken achter hoge muren…
Margot: “Mensen hebben vaak schrik voor wat ze niet kennen. Gooi de deuren open en laat mensen binnenkijken. Betrek de lokale gemeenschap. We zijn vaak te bescheiden over wat we doen. Medewerkers actief in de geestelijke gezondheidszorg leveren mooi werk. Ze mogen daar best trots op zijn en dat mag ook getoond worden. Door open te communiceren kunnen mensen zelf zien dat cliënten in de psychiatrische ziekenhuizen gewone mensen zijn zoals jij en ik en dat het zorgpersoneel hen met veel liefde de beste zorg verleent. Natuurlijk speelt ook de media een belangrijke rol: positieve berichtgeving of het publiceren van verhalen van bekende Vlamingen die worstelen met hun welbevinden kunnen veel teweegbrengen bij het grote publiek. We moeten alleszins blijven praten: praten over geestelijke gezondheidszorg en onze eigen mentale gezondheid, zonder schaamte of taboe.”
Om het even over iets anders te hebben … We merken dat de vermarkting van de gezondheidszorg zich gestaag verder zet. In de ouderenzorg zijn er al vele commerciële spelers. Is dit een trend die we ook in de geestelijke gezondheidszorg mogen verwachten?
Margot: “Eigenlijk zien we die commercialisering al een stukje in de terugbetaling van de psycholoog. Ik denk dat de vermarkting van gezondheidszorg niet meteen negatief hoeft te zijn, zolang de kwaliteit voorop staat. Commerciële spelers moeten onderhevig zijn aan kwaliteitsindicatoren en de financiering moet ook verbonden zijn aan die parameters. Goede zorg moet toegankelijk en betaalbaar zijn en daarnaast ook primeren op winst. Ik sta zeer sceptisch tegenover het idee van private instellingen die los staan van overheidsfinanciering, zeker in de geestelijke gezondheidszorg. Ook voor hen zou er absoluut sprake moeten zijn van een duidelijke omkadering en gekwalificeerd personeel. Cherry picking moeten we absoluut vermijden. Stel je voor dat een voorziening die winst boven kwaliteit plaatst aan de slag gaat met mensen met een psychische kwetsbaarheid… dat lijkt me heel gevaarlijk.”
"Praten over geestelijke gezondheidszorg en onze eigen mentale gezondheid, zonder schaamte of taboe."
Evenwichtsoefening
Je bent nu gedelegeerd bestuurder, maar nog niet zo heel lang geleden werkte je nog voor het CD&V-kabinet. Heb je geen heimwee naar de politieke context?
Margot: “Ik ga niet liegen, in het begin vond ik de overstap niet gemakkelijk. Het heeft even geduurd voor ik mijn plekje vond. Veel mensen keken naar mij als een kabinetschef die wat heilige huisjes kwam bewaken. Maar ondertussen voel ik me als een vis in het water en ben ik ook heel dankbaar dat ik dit werk mag doen. Ik besef dat ik het de ministers en beleidsmakers niet altijd gemakkelijk maak, maar het is mijn job om de verzuchtingen van de sector te uiten. Dat is niet altijd evident. Ik werk met mensen, sommigen ken ik heel goed uit mijn verleden als kabinetschef. Ik moet soms standpunten innemen waarvan ik weet dat ze niet goed ontvangen zullen worden en dat zet bepaalde relaties wel onder druk. Daar heb ik het moeilijk mee en het houdt me wel vaak wakker ‘s nachts. Het is nooit mijn bedoeling om mensen aan te vallen: ik wil op de bal spelen, niet op de man. Ik ben van nature geen conflictzoeker, maar in tijden van crisis moet ik soms hard en doortastend zijn. Ik probeer negatieve reacties die daaruit volgen niet te persoonlijk op te vatten, maar dat blijft een moeilijke evenwichtsoefening waar ik tot op vandaag nog mee worstel. Gelukkig heb ik een fantastisch team dat mij goed ondersteunt en kan ik mijn ei kwijt bij mijn collega’s van het directiecomité van Zorgnet-Icuro.”
Ik kan me voorstellen dat het voor jou in deze crisisperiode niet gemakkelijk is om tot rust te komen…
Margot: “Ondanks alles probeer ik optimistisch te blijven. Het zijn inderdaad zware en stressvolle dagen, maar ik haal aan de andere kant ook veel energie uit wat ik doe. Ik zorg dat de stem van de sector gehoord wordt en speel ook een belangrijke rol in het duiding geven aan de bredere populatie. Dat geeft mij voldoening en kracht om door te zetten tijdens de moeilijke dagen. Ik probeer ook af en toe een lange wandeling te maken om mijn gedachten te verzetten en tijd door te brengen met mijn gezin. Maar ik ben ondergedompeld in het hele coronagebeuren, ik kan daar niet zomaar even ‘uitstappen’.